Hunebedden in Nederland


Hunebed G1 | Noordlaren

Hunebed G1 ligt ten zuidwesten van Noordlaren in de Nederlandse provincie Groningen. Het hunebed ligt op een heuveltje in een bosje, dat via een zandweg vanuit Noordlaren is te bereiken. Het hunebed is binnen Nederland het meest noordelijke van de nog op de oorspronkelijke plaats gelegen hunebedden.

Het hunebed bestaat tegenwoordig uit een sluitsteen, twee paar zijstenen (ook wel draagstenen genoemd) en twee dekstenen. Dit betreft het noordwestelijke deel van het oorspronkelijke hunebed. Bij de opgraving in 1957 kwam namelijk vast te staan dat het hunebed ooit veel groter is geweest. Oorspronkelijk telde het hunebed nog een sluitsteen, twee paar poortstenen, waarschijnlijk een poortdeksteen, vijf paar zijstenen en een even groot aantal dekstenen, waarmee het hunebed tegenwoordig nog slechts 40% bezit van zijn oorspronkelijke omvang. Opmerkelijk is dat de poort op het westen was gericht, voor de poort zijn twee silhouetten van kinderen gevonden

De grootste van de twee overgebleven dekstenen is deksteen D2 (genummerd vanuit het westen naar het oosten) met een gewicht van 17.000 kg. Waarschijnlijk is de vroegere naastliggende deksteen D3 ook bijzonder groot geweest. Bij de opgravingen van 1957 kwam vast te staan dat de bodem vroeger ook bedekt moet zijn geweest met vloerstenen. Het hunebed heeft waarschijnlijk geen steenkrans gehad.

Wanneer het zuidoostelijke deel van het hunebed is gesloopt is onbekend, maar op basis van een aantal bij het hunebed gevonden middeleeuwse scherven wordt vermoed dat een deel in de 12e eeuw werd gesloopt en mogelijk ook een deel in de 15e en/of 16e eeuw en in de 18de eeuw. Gedacht is wel dat de stenen werden weggehaald om er kerken mee te funderen of om deze te kloven tot grote rechthoekige blokken om deze te kunnen gebruiken voor muren in kerk en kerkhof. Dat de stenen werden gebruikt voor de bouw van de kerk van Noordlaren in de 12e eeuw wordt echter betwijfeld. Gezien de afwezigheid van vlakke kanten en de kleinheid van de stenen in de kerk wordt afgeleid dat dit onwaarschijnlijk is. Bakker denkt dat hoogstens de vier poortzijstenen en de poortdeksteen hiervoor zouden kunnen zijn gebruikt, maar ook dit lijkt hem zeer onzeker gezien de afwezigheid van vlakke kanten.

De plekken van de verdwenen stenen van het hunebed werden bij de opgravingen in 1957 teruggevonden als kuilen. Na afloop van het onderzoek werden deze plekken opgevuld met plomben bestaande uit cement, granietgruis en keien om zo de plaatsen van de vroegere stenen te markeren. Van de vroegere twee paar poortstenen is er echter slechts een paar aangebracht.

Bezoek een willekeurig hunebed

Ontwikkeld door Marcel Klip